Haïtiaanse Vodou
Haïtiaanse Vodou is een variant van Afrikaans sjamanisme. Tijdens de koloniale tijd namen de geïmporteerde Afrikanen hun goden en loa (spirituele gidsen) mee, die hen bijstonden in hun sinistere bestemming in de Amerika’s.
Vodou en andere varianten van voodoo hebben over het algemeen een horror-imago in de westerse wereld. Dat komt terug in bijvoorbeeld de James Bondfilm Live and Let Die en de serie American Horror Story. De spirituele gidsen geschminkt als skelet boezemen angst in en bedreigen de hoofdpersonen met zwarte magie. Maar loa’s van de Haïtiaanse Vodou hebben niet de intentie om angst en verderf te zaaien. Ze zijn er juist om de levenden te steunen in het genezen van de zieken, financieel te floreren of het vinden van liefde.

Papa Legba
In de Vodou bestaan honderden verschillende loa’s, spirituele onzichtbare gidsen. Een van de belangrijkste is Papa Legba. Wanneer een Vodou priester een belangrijke vraag aan een van de loa’s wil stellen, moet hij eerst toestemming vragen aan Papa Legba. Papa Legba kan dan voor hem de deur naar de andere loa openen. Geassocieerd met het kruispunt, dient hij als tussenpersoon tussen de mens en de geestenwereld. Papa Legba spreekt alle talen van de wereld. Legba heeft zijn oorsprong in Afrika, waar hij soms wordt gezien als een vruchtbaarheidsgod of een bedrieger.
Legba kan zowel mannelijk als vrouwelijk zijn en soms met een grote rechtopstaande fallus. In sommige gebieden is hij een beschermer van kinderen of een genezer, en kan hij vergiffenis schenken voor misdaden tegen anderen. Varianten van Legba komen onder andere voor, waaronder Brazilië, Trinidad en Cuba. Papa Legba verschijnt in vele vormen in New Orleans Voodoo en Haïtiaanse Vodou.
Hij verwacht wel betaling in ruil voor zijn hulp. Typische aanbiedingen zijn bijvoorbeeld snoep, zoals chocolade en ander snoep, alcohol – met name donkere rum, en pijptabak of sigaren. In de serie American Horror Story is Papa Legba een man in het zwart met een doodshoofd op zijn gezicht geschminkt en een zwarte hoge hoed met doodskopjes. Maar in de Haïtiaanse traditie is Papa Legba een oudere man, is hij niet geschminkt, draagt hij een strooien hoed. In Haïti draagt Baron Samedi, de loa van de kerkhoven een doodshoofd en een zwart pak met een hoge hoed.
Na verloop van tijd vermengde Afrikaanse Vodou met het katholicisme in de Amerika’s. Men associeerde Legba met verschillende heiligen, waaronder Petrus, Antonius en Lazarus.
Voodoo popjes
De Voodoo-religie en Vodou ontstonden in slavenverblijven in Haïti en Louisiana, toen de religies van verschillende volkeren zich begonnen te vermengen. Het woord Voodoo betekent geesten en Voodoo is een religieuze of magisch-religieuze praktijk die gericht is op geesten en stervelingen. Het gebruik hiervan is vooral populair geworden tijdens het leven van Marie Laveau. Zij was de ‘koningin van de Voodoo’ uit Louisiana in de negentiende eeuw. Het is een misvatting dat rituelen met voodoopopjes een traditie uit Haïti was.
De voodopop oftewel gris-gris is niet ontstaan in Haïti, maar vermoedelijk in Dagomba in Ghana. Deze werd geassocieerd met islamitische tradities. Oorspronkelijk versierde men de gris-gris met islamitische geschriften en werd het gebruikt om boze geesten (boze djinn) of pech af te weren. Volgens andere bronnen vond de Voodoo-pop zijn oorsprong bij de Fon-bevolking van het huidige Benin. Deze traditie breidde zich uiteindelijk uit over Afrika. Afrikaanse sjamanen gebruiken een gris-gris (voodoo-popje) bij een magische handeling. Geesten zijn hier niet de sterkste kracht, want de magie kan uit de gris-gris zelf komen. De voodoo-pop is meestal een kleine, zachte pop die een persoon voorstelt, waarbij de fysieke details kunnen variëren. Wanneer mensen zo’n popje bij zich dragen, beschermt het tegen kwaad of brengt het geluk. In sommige West-Afrikaanse landen gebruikte men het ook als een methode voor anticonceptie.
Neo-Hoodoo
In de Amerikaanse staat Louisiana raakte het gebruik van de gris-gris in zwang. Hier werden destijds veel mensen van Afrikaanse komaf als slaven uitgebuit. Men dacht dat de gris-gris zwarte magie over hun ‘slachtoffer’ brachten. Tot slaaf gemaakten gebruikten daar de gris-gris vaak tegen hun eigenaars. Je kunt er nog oude graven vinden, die met voodoopopjes versierd zijn. Zij bewerkten de gris-gris met een mes, verdronken de popjes of manipuleerden ze op een andere manier om wraak te nemen. Tegenwoordig gebruikt men de gris-gris nog steeds in de Neo-Hoodoo. Dit is een synthese van Voodoo met kennis van Indiaanse kruidenleer. Maar tegenwoordig is de gris-gris bedoeld om het zelf te vertegenwoordigen.